Olifanten, monniken, Mumbai en Goa's beaches

Onze olifantensafari in Chitwan National Park was bijzonder. Op zo'n enorm dier rondhobbelen moet je een keer hebben meegemaakt. Helaas was onze jacht op wildlife niet bijzonder succesvol, maar de olifantenstal met baby-olifant, de krokodillen bij de rivier en de baby-neushoorn die werd opgevangen in het army camp (en daar gewoon tussen de militairen rondgraasde) maakte alles goed. Meedoen aan het olifantenbad is ook onvergetelijk: bovenop de olifant wordt je door zijn slurf natgespoten en daarna in een soort rodeo van zijn rug gegooid!

De laastste stop in Nepal was Kathmandu. Net als in Pokhara is hier een toeristisch gebied met heerlijk relaxte restaurants en cafés. Met alle goede koffies, heerlijk Tibetaans eten, Tibetaans warm millet bier(?!), Japans eten, verse juices en zelfs een Garden of Dreams waren wij helemaal tevreden. Het was daarom helemaal niet erg om er bijna twee weken te zijn, omdat we ook op ons nieuwe Indiase visum moesten wachten. Dat is een heel efficiënt proces (not!) waarbij je drie keer langs mag komen en allerlei formulieren mag invullen.

Kathmandu staat vol met Buddha-(stupa's) en Hindu-tempels en een prachtig oud paleis. De Hindu-tempels hebben ontzettend veel gedetailleerd houtsnijwerk en gelaagde structuren. De stupa's zijn grote witte bollen met de bekende Buddha-ogen en talloze gekleurde Tibetaanse vlaggen. Een vrolijk gezicht! Zeker bij de grootste stupa van Azië in Boudha. Deze en de andere satellietplaatsjes van Kathmandu kennen vele eeuwenoude tempels en paleizen. Dit komt mede omdat Nepal als een van de weinige derdewereldlanden nooit gekoloniseerd is geweest. Ook de Buddhistische kloosters met Tibetaanse monniken zijn bijzondere plekken; zowel prachtig om te zien als apart om de monniken te zien bidden. Bij veel tempels lopen trouwens Shamans rond in kleurige gewaden, verf op het gezicht en rasta's, die iets hopen te verdienen door op de foto te 'mogen'. Wij vonden de krantlezende Shamans het leukst (foto!).

Kathmandu is verder lekker chaotisch waarbij dwars door elke winkelstraat talloze motoren, handkarren, fietsrickshaws, taxi's, vrachtwagentjes en fietsers rijden. Het openbaar vervoer bestaat uit (hele!) kleine busjes die pas vertrekken als er twee keer zoveel mensen in zitten als dat het ding zitplaatsen heeft. Tegen elkaar aanlopen is een nationale hobby. Al het afval op de grond gooien (het liefst vlak naast de prullenbak) trouwens ook (net als in India). Een van de belangrijkste wegen heeft meer weg van een maanlandschap. Overstekende voetgangers zijn vooral doelwit. En ga zo maar door.....

Hierna zijn we met fantastische uitzichten op de Himalaya naar Mumbai gevlogen. Volgens ons maakt Mumbai geen deel uit van India. Veel te rustig en te opgeruimd. Talloze prachtige Engelse koloniale architectuur, zoals de universiteit, gerechtshof, luxe hotel, musea en de bibliotheek. Ook het bezoek aan Elephanta Island met prachtige uitgehouwen grotten uit de 6e eeuw was zeer de moeite waard (het boottochtje met te veel mensen op een te oude boot draagt ook altijd bij aan de feestvreugde). Maar Mumbai heeft vooral nog koloniale invloeden, dus reden genoeg voor cocktails in een te luxe bar (inclusief hele verhalen van de barman bij elke cocktail en showelementen) en een bezoek aan de paardenraces. Daarbij gaat het trouwens duidelijk meer om het gokken dan de sport zelf, dus wij ook inzetten! Helaas bleken Joshua en Lucky Pineaple (what's in a name?) niet hard genoeg te lopen...

Deze blog schrijven wij vanaf een zonovergoten strand met palmbomen in Goa. Voor ons een soort minivakantie! Het enige vreemde element zijn de heilige koeien die hier op het strand bivakkeren en gisteren al aan Jara's gezicht kwamen snuffelen?!