Thaise eilanden en spetterend Bangkok

Na het strand van Ao Nang gingen we naar het national park Khao Sok. Hoewel de wandeling door het national park wat tegenviel (looppaden zo breed als de A2 door een bos), hebben we op onze kanotocht exotische vogels en een slang gezien. En slapen in een jungle hut op palen, die heen en weer schudt als je er doorheen loopt, is natuurlijk een mooie bonus.

Maar het blijft Thailand, dus de volgende stop was het eiland Koh Samui, waar we heel relaxed van zon, zee, strand en Thaise massages genoten hebben. Verder een beetje rond-scooteren en een hoop seafood eten. Bijzonder was het plein met talloze rood-verlichte barretjes met paaldansende Thaise dames. Na een paar dagen hebben we de ferry naar het volgende eiland genomen: Koh Tao. Daar hebben we een caberetshow (nee, geen humor. Hoewel...) met ladyboys gezien, dat zich het best laat uitleggen door de foto's. (Ladyboys kom je hier trouwens -als je goed oplet- overal tegen, zoals gewoon achter de toonbank bij de bakker.) Koh Tao staat bekend om de onderwaterwereld, dus Martijn aan het duiken: prachtig koraal en duizenden vissen (Nemo!), een blue spotted stingray en een schildpad was er te zien. Ook hier de dril van zon, zee, strand, massage, seafood en een rondje eiland op de scooter. Het leven kan zo simpel zijn ;-)

De overtocht van Koh Tao naar het vasteland was een verschrikkelijke, zeeziekmakende, 3uur durende trip, waarbij de boot schommelde, klappen maakte en telkens bijna omsloeg. Een heerlijke opmars naar de nachttrein naar Bangkok die volgde. Bangkok is een enorm veelzijdige stad. Van een skytrain tot overtochtjes op oude sloepen over de rivier, van watertaxi's op de grachten tot tuktuks, van eeuwenoud koninklijk paleis tot hipper dan hippe rooftop bar (48ste verdieping met 360 view), van krioelende straatmarkten tot mega shopping malls en van straatstalletje tot fine dining. Het koninklijk paleis met de Emerald Buddha (eigenlijk van jade) is een absoluut hoogtepunt met over de top pracht en praal. Een architectonische topper is ook het Jim Thompson huis, waarbij originele teakhouten huisjes zijn samengevoegd tot één van de allerstijlvolste woningen ter wereld. Ook de grootste gouden Buddha ter wereld met een gewicht van 5,5 ton en een waarde van rond de € 30 miljoen is een bijzonder gezicht. Verder hebben we ons vermaakt in de vele hypermoderne shopping malls (kijken, kijken en een klein beetje kopen) met alle bekende en super-de-luxe merken. Eentje had een Imax theater waar de film Water Diviner hebben gezien (goed!).

Een must-see uitstapje vanaf Bangkok is de floating market van Damnoen Saduak. Een netwerk van kanaaltjes met tig bootjes die van alles en nog wat verkopen. Een bootje met kokosnootijs, eentje met exotische vruchten, eentje met een kookstel en allerlei maaltijden, een bootje met een bbq voor saté en natuurlijk allerlei souvenirs. Wil je een foto met een meterslange python om je nek? Kan hier ook. Hoewel wat toeristisch, een ontzettend vrolijk en levendig geheel.

De enige manier om er te komen is met een tour. Dat brengt ons op de tourist trap-maffia en die werkt als volgt. Eerst over het regelen van een tour. Als er bij de verkoop van de tour veel nadruk wordt gelegd op de 'gratis' lunch/koffiestop, is de tour niet de moeite waard. Goed opletten wat included is, voor je het weet betaal je de hoofdprijs voor een soort guided taxirit, waar je ook de lokale bus kunt nemen. Dan de tour zelf. Je moet klaarstaan bij je hotel nog voordat de gids zelf is opgestaan, waardoor je altijd lang staat te wachten. Je krijgt zo min mogelijk informatie over de volgende stop/reistijd/wc/lunch of wat dan ook. De 'gids' is weinig meer dan chauffeur en praat veel liever met zijn collega's dan met jou. Je krijgt überhaupt nooit wat er allemaal beloofd is: of de tour is korter, lange zinloze stops, ongevraagd souvenirwinkel bezoek, etc. En tot slot mag je blij zijn dat je weer bij je hotel wordt afgezet in plaats van op een centrale plaats, die eigenlijk helemaal niet centraal is, laat staan in de buurt van je hotel...